FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Mazelenprint

Epidemies in Europese landen (2011)

gepubliceerd op donderdag 1 september 2011

Sinds enige tijd heerst er een mazelenepidemie in Frankrijk en Duitsland en nu is de ziekte ook in België in opmars. Op 1 augustus waren er in ons land al 485 gevallen geregistreerd, tegenover slechts 40 in heel 2010, meldt het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.

Meestal ging het om niet-gevaccineerde kinderen en jongvolwassenen. Mogelijk hadden de eerste besmette personen contacten in Frankrijk of recent een skivakantie in Frankrijk doorgebracht. In Frankrijk werden vorig jaar meer dan 5.000 gevallen opgetekend en in de eerste 6 maanden van dit jaar al meer dan 12.000 gevallen, waaronder 6 overlijdens (gegevens Institut de Veille Sanitaire).

Mazelen zijn erg besmettelijk. Mazelen zijn meestal onschuldig, maar bij 10 tot 20% van de gevallen treden toch verwikkelingen op, zoals een oorontsteking (7-9%) of een longontsteking (1-10 per 10.000). Acute hersenontsteking (encefalitis) treedt bij 0,1% van de patiënten op. In 1 à 10 per 10.000 gevallen overlijdt de zieke. Zuigelingen, zwangere vrouwen en mensen met een verminderde immuniteit hebben een verhoogde kans op verwikkelingen. Mazelen tijdens de zwangerschap kunnen leiden tot vroeggeboorte of miskraam.
In 2007 was er al een kleine epidemie van mazelen in ortodoxe joodse gemeenschappen in Antwerpen, na import van het mazelenvirus uit Engeland. Zieke kinderen waren niet of onvoldoende gevaccineerd.

Wie moet zich laten vaccineren?

Vaccinatie vormt de enige preventieve bescherming tegen het mazelenvirus. In België wordt vaccinatie tegen mazelen (een combinatievaccin tegen mazelen, bof en rode hond) gratis aangeboden aan alle kinderen op de leeftijd van 12 maanden, en een tweede dosis op de leeftijd van 10 tot 13 jaar (normaal in het vijfde leerjaar). Als een kind ouder dan 13 jaar maar één spuitje heeft gehad, is het mogelijk onvoldoende beschermd en krijgt het best nog een vaccin voor de leeftijd van 18 jaar. Eén dosis van het vaccin beschermt 95% van de gevaccineerde personen tegen mazelen. Na twee dosissen verhoogt de bescherming tot 98%.
Voor er gevaccineerd werd tegen mazelen maakte 95% van de kinderen de ziekte door vóór de leeftijd van 15 jaar. Door de vaccinatie is de leeftijd van besmetting verschoven naar jongeren en jongvolwassenen die niet gevaccineerd werden of die de ziekte niet doormaakten tijdens hun kinderjaren.
Naast jonge kinderen zijn er nog een aantal groepen volwassenen geboren na 1970 voor wie vaccinatie wordt aangeraden omdat ze een verhoogd risico lopen op een besmetting met het mazelenvirus. Dat geldt met name voor : reizigers naar derdewereldlanden en landen waar mazelen nog veel voorkomt; bepaalde gemeenschappen waar kinderen vaak niet gevaccineerd worden; artsen en ziekenhuispersoneel.
Deze volwassen personen worden aangeraden om zich te laten vaccineren met minstens één dosis mazelen-bofrubella vaccin.
Zwangere vrouwen mogen niet gevaccineerd worden. Zwangerschap moet vermeden worden tot 1 maand na de vaccinatie.n

Wat doen als u vermoedt dat een kind mazelen heeft ?

De ziekte begint met hoge koorts (tot 40°C), hoesten, niezen, een loopneus en rode ogen, zoals bij een verkoudheid. Het eerste specifieke symptoom van mazelen is de aanwezigheid van kleine witte vlekjes, zo groot als een speldenkop aan de binnenkant van de wangen (Köplik-spots). Na drie à vier dagen verdwijnen deze vlekjes en ontstaat een gegeneraliseerde, erythemateuze, maculopapuleuze rash. Deze begint achter de oren, bij de haargrens en verspreidt zich dan in de volgende 3 dagen via gezicht, nek en romp naar de extremiteiten. De huiduitslag verbleekt na enkele dagen volgens hetzelfde patroon, soms treedt schilfering van de huid op. Klachten tijdens deze fase zijn vermoeidheid, koorts, conjunctivitis, en hoesten. De ziekte duurt ongeveer twee weken.
In de fase naar aanloop van eliminatie van mazelen vroeg de WHO een laboratorium bevestiging van elke geval. Naar aanleiding van de huidige epidemie in België zijn er nieuwe richtlijnen:
 in de ambulante praktijk: serologische diagnose op perifeer bloed via het gebruikelijke laboratorium (bepaling van IgM en IgG)
 PCR diagnose waarbij ook genotypering mogelijk is met een speekseltest of op een nasofaryngeale wisser, is alleen in bijzonder gevallen geïndiceerd. Mazelen is een verplicht aan te geven infectieziekte. Ze moet binnen de 48u gemeld worden aan de arts infectieziektebestrijding van de afdeling Toezicht Volksgezondheid van uw provincie. Voor de adressen: www.zorg-en-gezondheid.be/meldingsplichtigeinfectieziekten

Behandeling en preventie na blootstelling

Men raadt de ouders aan :
 de koorts onder controle te houden. Paracetamol is daarbij eerste keuze;
 te zorgen voor voldoende vocht ;
 een adequate verzorging van de conjunctivitis (eventueel verduisteren van de kamer).

Het kind moet, omwille van het risico op een bacteriële surinfectie, goed opgevolgd worden. Kinderen kunnen terug naar de opvang of de school ten vroegste 4 dagen na het verschijnen van de uitslag en indien het kind voldoende hersteld is. Een ziek persoon is besmettelijk vanaf 2 tot 4 dagen voor tot ongeveer 2 tot 5 dagen na het optreden van de eruptie.

Om verspreiding van de ziekte tegen te gaan zal bij vaststelling van mazelen in een gezin of in een school de vaccinatiestatus van nauwe contacten en klasgenoten worden nagegaan. Bij onvolledige of onbekende vaccinatie, worden alle mogelijke contacten zo snel mogelijk gevaccineerd. Binnen de 3 dagen toegediend kan het mazelenvaccin profylactisch werken.
Vaccinatie is mogelijk bij baby’s vanaf 6 maand – na deze dosis moet het gebruikelijke schema worden gevolgd met RRO1 (op 12 maanden) en RRO2 (tussen 10 en 13 jaar). Deze voorlopige vaccinatie wordt ook aangeraden aan baby’s van minder dan één jaar die naar Frankrijk reizen.

Dr M. Sabbe - WIV
Dr P. Trefois

Tabel: Laboratoriumbevestiging bij vermoeden van mazelen
StaaltypeAnalyseTijdstipOpmerking
Serum IgM en IgG Max. tot 28 dagen na het uitbreken van de rash* IgM kan vals negatief zijn indien afgenomen binnen de 3 dagen– 2e staalname is noodzakelijk.
Speekseltest IgM Max. tot 28 dagen na het uitbreken van de rash* IgM kan vals negatief zijn indien afgenomen binnen de 3 dagen– 2e staalname is noodzakelijk.
_

Materiaal kan worden op-gevraagd bij het WIV-ISP, labo virologie, nationaal centrum voor mazelen en rubella - www.iph.fgov.be - Tel: 02/642/.56.90 - virologie wiv-isp.be
RT-PCR (virus-dectectie) Max. tot 7 dagen na het begin van de rash
Genotypering Max. tot 5 dagen na het begin van de rash
Neus- en keel-uitstrijkje PCR (virusde-tectie) Max. tot 7 dagen na het begin van de rash
Genotypering Max. tot 5 dagen na het begin van de rash

* Volgens de aanbevelingen van de WGO. Wat de opvolging van mazelen betreft : de gevoe-ligheid van de IgM bedraagt maximaal tussen 4 en 28 dagen na het begin van de rash. De IgM bereiken hun maximaal peil na 7-10 dagen en zijn meestal niet meer op te sporen na 6-8 weken.

Opmerking: bewaar de stalen in de frigo tot verzending.


Abonneer u op de nieuwsbrief