FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Epidemiologieprint

Vaccinatiegraad : Vlaanderen

gepubliceerd op zaterdag 1 mei 2010

Minstens 95% van de Vlaamse kinderen tussen 18 en 24 maanden is volledig gevaccineerd tegen polio, difterie-tetanus-pertussis, Hib, hepatitis B, mazelen-bof-rubella en meningokokken C en 98% kreeg minstens één dosis pneumokokkenvaccin. De gedocumenteerde vaccinatiegraad voor adolescenten in Vlaanderen (13-14j) varieert van 83,5% (2 dosissen MBR) tot 89,2% (3 dosis-sen HBV) en 91,1% (herhaling DT).

Dit blijkt uit een grootschalig vaccinatiegraadonderzoek in Vlaanderen in 2008, uitgevoerd door de Katholieke Universiteit Leuven, Universiteit Antwerpen en Vrije Universiteit Brussel in opdracht van de Vlaamse Overheid.

Vaccinatieprogramma

Om de circulatie van de verwekkers van ziekten te verhinderen, moet het percentage gevaccineerde personen voldoende hoog zijn en blijven (90% of meer, afhankelijk van de ziekte). In Vlaanderen stelt de Vlaamse overheid hiertoe een aantal basisvaccins gratis ter beschikking van de vaccinatoren. Om te weten hoe goed jonge kinderen en adolescenten gevaccineerd zijn in Vlaanderen, werd dit onderzoek uitgevoerd in 2008, in opvolging van een gelijkaardige studie in 2005.

Jonge kinderen

De vaccinatiegraad voor alle vaccins is licht gestegen in vergelijking met de vorige meting (tabel 1). Dit kan een reële stijging betekenen, maar kan ook (gedeeltelijk) een gevolg zijn van een betere beschikbaarheid van gegevens doordat Vaccinnet (het Vlaamse online bestel- en registratiesysteem voor vaccins) sinds februari 2006 voor alle vaccineerders werd opengesteld. Deze cijfers zijn minstens even hoog als beschikbare vaccinatiegraadgegevens uit vergelijkbare Europese landen.

Bij jonge kinderen ligt de huidige vaccinatiegraad voor alle aanbevolen vaccins boven het streefdoel van 90% van de WHO. Voor de vierde dosis tegen polio en voor MBR wordt de maximale drempel bereikt (van 95 %) die in de literatuur wordt vermeld als noodzakelijk om de circulatie van deze ziekten te onderbreken. Daarmee wordt ook het streefdoel van de WHO voor eliminatie van mazelen en rubella uit de Europese regio bereikt, wat betreft de eerste dosis MBR. Door het niet tijdig toedienen (vergeleken met de aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad) wordt de bescherming op een latere leeftijd bereikt dan optimaal zou zijn. Vooral de vaccinatie met het hexavalent vaccin is vaak nog onvolledig op de leeftijd van 18 maanden (10%) en de derde dosis wordt vaak pas na de leeftijd van 6 maanden toegediend (8%). Naast het nastreven van volledige vaccinatie wordt het in deze jonge leeftijdsgroep dus minstens zo belangrijk om tijdige vaccinatie te bevorderen.

Pneumokokkenvaccinatie werd aan bijna alle kinderen aangeboden, maar bij een niet onbelangrijk deel (20%) werd het vaccinatieschema niet of niet op correcte wijze afgewerkt.

Hoewel de aanbeveling voor rotavirusvaccinatie slechts voor 24% van de kinderen van kracht was, kreeg 30% een volledige vaccinatie, wat op een snelle introductie en aanvaarding wijst van recent gecommercialiseerde vaccins (zelfs zonder gratis aanbod).

De meeste jonge kinderen werden gevaccineerd via Kind en Gezin (84%); andere belangrijke vaccinatoren zijn de kinderarts (11%) en de huisarts (4%). Uit een statistische analyse van de gegevens blijkt dat de kans op onvolledige vaccinatie groter is bij de jongste kinderen in grote gezinnen, bij kinderen van jongere of niet-Belgische moeders en bij kinderen gevaccineerd door de huisarts (mogelijk wordt voor de huisarts gekozen bij kinderen die vaker ziek zijn). Ziekte van het kind en anti-vaccinovertuiging waren de meest voorkomende verklaringen van ouders voor onvolledige vaccinatie.

Tabel 1 Vaccinatiegraad in Vlaanderen bij jonge kinderen (18-24 maan-den) in 2005 (n=1349) en 2008 (n=915)
25002008200820082008
dosis 1 dosis 2 dosis 3 dosis 4
IPV (4 dosissen) (a) 93,1 99,7 98,8 98,5 95,3
DTP (4 dosissen) (a) 92,9 99,3 98,6 98,3 95,2
Hib (4 dosissen) (a) 92,6 99,1 98,4 98,1 95,2
HBV (3/4 dosissen) (a/b) 92,2 99,0 98,3 98,0 95,1
PCV-7 (c) nvt 97,7 93,8 89,1 32,2
MBR (1ste dosis) 94 96,6
Men C 94,1 95,6
Rotavirus (d) nvt 33,3 30,4

(a) Volgens de aanbevelingen worden deze vaccins toegediend onder de vorm van een hexavalent vaccin (DTP-IPV-Hib-HBV)
(b) In 2005 werd voornamelijk een 3 dosisschema toegepast bij zuigelingen
(c) het schema varieerde van 1 tot 4 dosissen naargelang de startleeftijd
(d) Enkel Rotarix was beschikbaar met 2 dosis schema volgens bijsluiter
(nvt)

Adolescenten

De gedocumenteerde vaccinatiegraad van adolescenten per dosis schommelt rond de minimale vaccinatiegraad van 90% die door de WHO vooropgesteld wordt (tabel 2). Voor MBR is de minimale vaccinatiegraad voor 2 dosissen MBR volgens de WHO 95%. Met 83,5% ligt de vaccinatiegraad voor 2 MBR-dosissen ruim onder de minimale grens voor eliminatie. Gelet op de betere score die voor de eerste en tweede dosis afzonderlijk wordt behaald, is dit mogelijk te wijten aan het verlies van documenten.
Het nieuwe vaccin tegen het humaan papillomavirus kende sinds de eerste aanbeveling van de Hoge Gezondheidsraad (mei 2007) en de gedeeltelijke terugbetaling voor meisjes tot en met de leeftijd van 15 jaar op het ogenblik van de bevraging, reeds een opname van 25% van de doelgroep voor de 1ste dosis.
In vergelijking met de resultaten van de studie uit 2005 (tabel 2) zien we een toename van de gedocumenteerde vaccinatiegraad met gemiddeld 7-10%. In vergelijking met 2005 is ook het gegevensverlies door ontbrekende vaccinatiedocumenten sterk verminderd (vaccinatiegegevens te vinden bij 72,8% in deze studie tegenover 58,1% in 2005). Daarom moeten deze cijfers nog steeds aanzien worden als een absolute ondergrens van de vaccinatiegraad. De belangrijke toename van de gedocumenteerde vaccinatiegraad voor HBV illustreert vermoedelijk het belang van een centrale registratie via Vaccinnet.
Hoewel vaccinaties bij adolescenten in de overgrote meerderheid van de gevallen worden toegediend door het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), is er een belangrijke rol weggelegd voor de huisarts (15-33%, afhankelijk van vaccin). Een hoge vaccinatiegraad in de adolescentengroep kan maar behaald worden door een netwerk van verschillende vaccinatoren. Statistische analyse toont dat van jongeren van gescheiden ouders, jongeren met ouders van buiten de Europese Unie en jongeren met een werkzoekende of thuiswerkende ouder en met een lager gezinsinkomen, minder gedocumenteerde vaccinaties teruggevonden worden. Daarnaast hebben ook leerlingen die het eerste jaar secundair onderwijs hebben overgedaan en leerlingen uit het buitengewoon onderwijs meer kans om niet volledig gevaccineerd te zijn.

Tabel 2 Vaccinatiegraad in Vlaanderen bij jongeren (13-14 jaar) in 2005 (n=1344) en 2008 (n=1319)
2005200820082008
dosis 1 dosis 2 dosis 3
HBV (3 dosissen) 75,7 92,5 91,0 89,2
MBR (2 dosissen) 74,6 88,1 90,6
Men C 79,8 86,4
DT - 91,1
Polio - 90,8
HPV (a) nvt 25,0 18,7 4,1

(a) vaccinatiegraad berekend op totaal aantal meisjes (n=627) in de steekproef
(nvt)

Besluit

Deze vaccinatiegraadstudie toont dat jonge kinderen in Vlaanderen in zeer hoge mate gevaccineerd zijn tegen de belangrijkste vaccineerbare infectieziekten, maar dat ze hun vaccins nog te vaak na de aanbevolen leeftijd toegediend krijgen. Ook bij de adolescenten werd een vrij hoge vaccinatiegraad geregistreerd, ondanks het blijvende probleem van ontbrekende vaccinatiedocumenten.
Consequent gebruik van Vaccinnet kan de documentatie gevoelig verbeteren. Deze cijfers pleiten alvast voor verbeterde registratie door alle vaccinatoren (Kind en Gezin, CLB, huisartsen, kinderartsen,...). Op die manier kan er op een eenvoudige manier toegezien worden op een correcte toepassing van het aanbevolen vaccinatieschema en zo bijdragen tot het bereiken van een hoge vaccinatiegraad om te komen tot groepsimmuniteit voor verschillende infectieziekten.

Marie Boonen1, Heidi Theeten2, Corinne Vandermeulen1,
Mathieu Roelants1, Anne-Marie Depoorter3,
Pierre Van Damme2, Karel Hoppenbrouwers1

1 Dienst Jeugdgezondheidszorg, Departement Maatschappelijke Gezondheidszorg, K.U.Leuven
2 Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties, VaxInfectio, Universiteit Antwerpen
3 Maatschappelijke Gezondheidszorg, Vrije Universiteit Brussel

Legende:
DTP = difterie-tetanus-pertussis
DT = difterie-tetanus
HBV = hepatitis B
Hib = Haemophilus influenzae type b
HPV = humaan papillomavirus
IPV = polioMBR = mazelen-bof-rubella
Men C = meningokokken serogroep C
PCV-7 = 7-valent pneumokokkenvaccin

Abonneer u op de nieuwsbrief