• 27,8 procent (n=5233) van alle gemelde hepatitis A gevallen in de 13 landen waren reisgerelateerd. 40 procent (n=2083) daarvan waren kinderen jonger dan 15 jaar. Het jaarlijks risico op infectie bedroeg gemiddeld 0,58 gevallen per 100.000 overnachtingen.
• Meer dan 60 procent van de reisgerelateerde hepatitis A-gevallen waren geassocieerd met reizen naar Afrika en Azië, alhoewel slechts 15 procent van de overnachtingen in die landen plaatsvonden.
• Reizen naar Turkije, Egypte en Marokko waren verantwoordelijk voor 30,9 procent van alle reisgerelateerde gevallen. De meeste besmettingen in Turkije en Marokko (resp. 64 en 63 %) deden zich voor in de maanden augustus tot oktober, in Egypte tussen november en februari (47,7 %).
• Risicolanden in Europa waren, in volgorde van risico, Spanje, Italië, Roemenië, Bulgarije, Frankrijk, Kroatië en Griekenland.
• Kinderen liepen een sterk verhoogde kans op infectie in sommige niet-toeristische landen zoals Afganistan, Irak en Pakistan, wat suggereert dat het om familiebezoeken van migranten gaat.
De auteurs besluiten dat vaccinatie tegen hepatitis B aanbevolen is voor alle niet-immune reizigers naar landen met matige tot hoge endemiciteit. Eén enkele dosis geeft een hoge bescherming, zelfs bij toediening vlak voor de reis.

Bron:
Beauté J, Westrell T, Schmid D et al. Travel-associated hepatitis A in Europe, 2009 to 2015 . Euro Surveillance. 2018. 23(22):pii=1700583
doi.org/10.2807/1560-7917.ES.2018.23.22.1700583