FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Epidemiologieprint

Vaccinatiegraad : De Luxemburgse strategie

gepubliceerd op vrijdag 1 september 2006

Een enquête over de vaccinatiegraad bij 600 kinderen tussen 25 en 30 maanden die in het Groot-Hertogdom Luxemburg wonen, toont een vaccinatiegraad van meer dan 92% voor alle aanbevolen vaccins.

Deze studie werd in 2002 verricht door de Division de la Médecine Préventive et Sociale - Direction de la Santé Luxembourg en het Centre d’Etudes et de Recherches en Santé Publique (Université Libre de Bruxelles).

In vergelijking met een gelijkaardige studie uit 1996 toonden deze resultaten een vooruitgang voor alle vaccins, in het bijzonder voor hepatitis B, pertussis en polio (zie tabel 1). Deze vooruitgang kan toegeschreven worden aan de invoering van de veralgemeende zuigelingenvaccinatie tegen hepatitis B met een schema van 3 dosissen vanaf mei 1996 en de invoering van het pentavalente DTPa-Hib-IPV-vaccin in maart 1999.

Door dit pentavalente vaccin werd meteen overgeschakeld van het orale naar het injecteerbare poliovaccin, en van het whole cell pertussisvaccin naar het acellulaire vaccin.

Hoge beschermingsgraad

De uitstekende pediatrische vaccinatiegraad in Luxemburg wordt bevestigd door de resultaten van seroprevalentiestudies in de periode 2000-2001. Deze studies bij kinderen en jongeren vanaf de leeftijd van 4 jaar tonen een zeer goede bescherming tegen infecties waarvoor gevaccineerd wordt :
 seroprevalentie tegen difterie: 97,5% van de bevolking geboren na 1980;
 het aantal anti-pertussis antilichamen is zeer hoog op de leeftijd van 4 jaar.

Dan volgt een daling tot de leeftijd van 8 jaar (toe te schrijven aan de postvaccinale “waning immunity”), om opnieuw te stijgen bij de jongeren, waarschijnlijk ten gevolge van asymptomatische infecties met Bordetella pertussis :
 seroprevalenties tegen mazelen, rode hond en bof bedragen resp. 96,6%, 97,7% en 75,4% in de algemene bevolking vanaf de leeftijd van 4 jaar.

Vaccinatiepolitiek

Uit deze cijfers blijkt dus een zeer goede vaccinale bescherming van de kinderen die in Luxemburg wonen, ondanks de herhaalde aanpassingen van de vaccinatiekalender en de introductie van nieuwe vaccins tijdens de voorbije 10 jaar. Dit succes heeft te maken, enerzijds met een bewuste vaccinatiepolitiek van de overheid, en anderzijds, met de uitstekende medewerking van de kinderartsen en de huisartsen.

Hierbij enkele redenen :
 de vaccinatie-aanbevelingen van de Conseil Supérieur d’Hygiène du Luxembourg, section des Maladies Transmissibles, komen tot stand op basis van een consensus en worden meestal binnen zeer korte termijn gevolgd door het effectief ter beschikking stellen van het aanbevolen vaccin;
 de aanbevolen vaccins worden door de Direction de la Santé gratis ter beschikking gesteld van alle artsen op eenvoudige aanvraag per brief of fax;
 vermits alle Luxemburgse artsen verplicht aangesloten zijn bij de ziekteverzekering, wordt elke consultatie (ook in verband met vaccinatie) volledig terugbetaald door de ziekteverzekering;
 de uitbetaling van een deel van de geboortepremie (momenteel 580 €) is afhankelijk van 6 verplichte medische onderzoeken, waarvan twee bij de kinderarts, die op specifieke tijdstippen tijdens de eerste 24 maanden moeten worden uitgevoerd.
 de consultaties om kinderen te vaccineren vertegenwoordigen een niet te verwaarlozen inkomen voor de kinderartsen (5 consultaties aan 34,30 € en 2 aan 35 € tijdens de eerste twee levensjaren), wat een sterke aansporing vormt om mee te werken aan het vaccinatieprogramma.

In tegenstelling tot België mag de Ligue Luxembourgeoise de Prévention et d’Action Médico-sociales die gratis consultaties houdt voor zuigelingen en jonge kinderen (van 0 tot 4 jaar) geen vaccinaties toedienen. De pediaters en huisartsen zijn dus volledig verantwoordelijk voor de vaccinaties en hebben een grote verantwoordelijkheid, zowel tegenover de kinderen en de ouders als tegenover de maatschappij.

In 2007 zal een nieuwe vaccinatiegraadstudie uitgevoerd worden om de impact van de invoering van volgende vaccins te meten: het geconjugeerde Meningokokken C-vaccin in juni 2001 (1 dosis vanaf 13 maanden), het hexavalente vaccin DTPa-Hib-IPV-HBV in juli 2001 (3 dosissen op 2-3, 3-5, en 11-12 maanden) en het geconjugeerde heptavalente pneumokokkenvaccin in oktober 2004 (4 dosissen op 2-3, 3-5, 4-6 en 12-15 maanden). Het zou ook interessant zijn om de vaccinatiegraad van kinderen op de schoolleeftijd te meten, om na te gaan of deze uitstekende vaccinatiegraad niet afzwakt met de leeftijd.
Tabel 2 bevat de Luxemburgse vaccinatiekalender voor 2006.

Besluit

Kinderen die in Luxemburg wonen genieten dus van een opmerkelijke vaccinale bescherming. Dit is het resultaat van een coherente vaccinatiepolitiek van de overheid die uitstekend ondersteund wordt door de artsen en de ziekteverzekering. De kostprijs van dit beleid werd tot nu toe nog niet geëvalueerd, maar in termen van volksgezondheid is het alleszins een succes.

Dr. F. Berthet, Kinderarts
Clinique pédiatrique CHL Luxembourg

Bronnen :
 E. Robert et B. Swennen. Enquête de couverture vaccinale au Grand Duché de Luxembourg Janvier-février 2002
 Mossong J, Putz L, Shkedy Z, Schneider F. Seroepidemiology of diphtheria and pertussis in Luxembourg in 2000. Epidemiol Infect. 2006 Jun;134(3) : 573-8.
 Mossong J, Putz L, Patiny S, Schneider F. Seroepidemiology of hepatitis A and hepatitis B virus in Luxembourg. Epidemiol Infect. 2006 Jan 25;1-6
 Mossong J, Putz L, Schneider F. Seroprevalence of measles, mumps andrubella antibodies in Luxembourg : results from a national cross-sectional study. Epidemiol Infect. 2004 Jan;132(1) : 11-8.


Abonneer u op de nieuwsbrief