Nederland introduceert dit jaar de maternale vaccinatie tegen kinkhoest. In voorbereiding daarop werd onderzocht wat vrouwen weten over en vinden van deze vaccinatie. En hoe, wanneer en door wie zij bij voorkeur voorgelicht willen worden. De doelgroep bestond uit 3 ‘categorieën’ vrouwen: zwangere vrouwen, vrouwen met minimaal 1 kind jonger dan 2 jaar en vrouwen met een kinderwens binnen nu en 2 jaar. 75 procent van de respondenten bleek niet geïnformeerd te zijn over kinkhoest en de maternale kinkhoestvaccinatie en had daar ook niet actief naar gezocht. De meeste deelnemers (91%) wilden graag informatie krijgen over effectiviteit en risico’s van de vaccinatie en over de kans dat een baby ziek wordt en welke complicaties kunnen optreden.. Bij voorkeur van degene die hun zwangerschap begeleidt of van het RIVM. 50 procent van de deelnemers wil een folder met informatie, 18 procent leest de informatie het liefst op een website en 9 procent wil de informatie mondeling krijgen. De meeste vrouwen (68%) wilden geïnformeerd worden aan het begin van hun zwangerschap.
Informatie over vaccinatie bleek een significant positieve invloed te hebben op de mening van de deelnemers. Dit bevestigt volgens de auteurs eerder onderzoek dat aanmoediging door een bekende zorgverlener de belangrijkste beweegreden is voor vrouwen om zich te laten vaccineren. Omgekeerd is gebrek aan ondersteuning en informatie de belangrijkste reden om van de vaccinatie af te zien. In België wordt de maternale kinkhoestvaccinatie sinds 2014 actief aangeboden. De vaccinatiegraad voor was aanvankelijk 39 procent. Toen de voorlichting door huisartsen en verloskundigen verbeterde, steeg de vaccinatiegraad naar 46 procent.

Bron
Van de Kuit A, Sitalsing AAM, Blommers C et al. Wat vinden vrouwen van de maternale kinkhoestvaccinatie? Infectieziekten Bulletin. 2019. 30 (4), april 2019