FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Griepprint

Een rondetafel over het beleid inzake griep in Belgïe

gepubliceerd op donderdag 1 september 2005

Op 23 november 2004 at in Neder-Over-Hembeek een ronde tafel plaats betreffende griep in Belgïe. Bedoeling was om alle betrokkenen samen te brengen en hen een aantal concrete vragen voor te leggen, in de hoop preciese antwoorden te krijgen over een verbetering van de vaccinatie en over een aangepaste behandeling. Algemeen wordt verwacht dat in de komende jaren een grieppandemie zal optreden. In de loop van de 20ste eeuw hebben zich drie pandemieën voorgedaan. Een pandemie is een gevolg van het ontstaan, in het dierlijke griepreservoir, van een nieuw virus ("antigenic shift") waartegen de mens geen immunologische bescherming heeft. Dit virus blijft ook de daarop volgende jaren op circuleren. Om het hoofd te bieden aan de immunitaire druk, moet het genetisch materiaal van het virus zich voortdurend aanpassen ("antigenic drift"). Dit verklaart waarom het vaccin elk jaar opnieuw moet gewijzigd worden. Deze interpandemische epidemieën zijn minder spectaculair, maar hun bijkomende impact op de mortaliteit overstijgt die van de zeldzame grieppandemieën.

Er bestaan nog vele vragen over de beste manier om griep te voorkomen. Bovendien is het zeer moeilijk om een preciese omschrijving te geven van personen met een verhoogd risico voor verwikkelingen. Het vertalen van wetenschappelijke inzichten naar concrete aanbevelingen blijft een delicate operatie.

Vaccinatiegraad verhogen

De deelnemers aan de rondetafel kwamen tot volgende vaststellingen : de vaccinatiegraad bedroeg in 2001 voor personen van 65 jaar of meer 58%, en slechts 19,7% bij risicopersonen van 15 tot 64 jaar. Hoewel dit een vooruitgang is in vergelijking met 1997 (toen slechts 32% van de risicopersonen gevaccineerd waren), blijft een vaccinatiegraad van 40% van de risicopersonen te laag.
Verschillende strategieën werden voorgesteld om de vaccinatiegraad te verhogen : het volledig ten laste nemen door de ziekteverzekering van de kosten van het vaccin, een grotere beschikbaarheid het vaccin, het inschakelen van het Elektronisch Medisch Dossier om risicopatiënten te verwittigen van de noodzaak om zich te laten vaccineren. Er moet ook een oplossing gevonden worden voor de personen die geen vaste huisarts hebben. Bovendien is iedereen ervan overtuigd dat inspanningen moeten gedaan worden om de artsen beter te motiveren om hun patiënten te vaccineren.

Personen tussen 50 en 64 jaar

De aanbeveling om alle personen tussen 50 en 64 jaar systematisch te vaccineren is gebaseerd op statistischeen operationele argumenten : tijdens een epidemie begint de mortaliteit te stijgen vanaf 50 jaar. Bovendien behoort één op drie van deze personen tot een risicogroep, al dan niet geïdentificeerd. Het is, vanuit het oogpunt van de volksgezondheid, gemakkelijker om leeftijdsgroepen te definiëren dan al dan niet bekende risicopersonen. Bovendien is eendergelijke aanpak ook voordeliger op het vlak van kostenbaten.
De deelnemers aan de rondetafel zijn het er over eens dat bijkomende gegevens, specifiek voor België, nodig zijn om van de huidige individuele aanbeveling voor deze leeftijdsgroep uit te breiden tot een systematische aanbeveling.

Personneel gezondheidssector

De vaccinatie van het personeel uit de gezondheidssector, inclusief het administratief personeel dat frequent contact heeft met risicopatiënten, werd uitgebreid besproken. Een recente Vlaamse studie heeft aangetoond dat slechts 20% van het personeel van rusten verzorgingstehuizen gevaccineerd is tegen griep. Naast de vermoedelijk hogere incidentie van griep en het absenteïsme op een ogenblik dat ze het personeel het meest nodig is, bestaat er nog een belangrijk, altruïstisch argument om personeelsleden uit de gezondheidssector te vaccineren : de vermindering van de mortaliteit bij hun al dan niet gevaccineerde patiënten. Het gaat dus om een maatregel die te vergelijken is met de handhygiëne. Uitvluchten zoals ‘ik heb nog nooit griep gehad’ of ‘ik heb schrik dat ik door het vaccin een grieperig syndroom zou opdoen’, zijn alleszins geen voldoende reden omzich niet te laten vaccineren. Bovendien zijn de antigenen in het vaccin gezuiverd en onschadelijk zijn zodat ze nooit een ‘afgezwakte griep’ kunnen veroorzaken. Voornaamste aansporing om tot een veralgemeende vaccinatie te komen, is volgens deze studie het gratis ter beschikking stellen van het vaccin door de werkgever.

Kinderen tussen 6 maanden en 2 jaar

De vaccinatie van kinderen tussen 6maanden en 2 jaar wordt momenteel inde Verenigde Staten aanbevolen.Voornaamste reden daarvoor is het feitdat de mogelijke verwikkelingen vangriep bij jonge gezonde kinderen evenernstig zijn als bij ouderen. Bovendienwil men op deze manier epidemieënvoorkomen. De incidentie is namelijkhet grootst bij jonge kinderen, die danook een belangrijke haard vanverspreiding van het virus vormen inhet begin van een epidemie. Diverse deelnemers aan de rondetafelmerken op dat de manier waaropgegevens in verband met mogelijkeverwikkelingen werden ingezameld,niet altijd even adequaat is. Zo wijst deziekenhuisopname bijvoorbeeld eerderop een onzekere diagnose door de artsdan op reële verwikkelingen tengevolge van griep, waardoor eronvermijdelijk een grote variatie tussenlanden bestaat. Een ander argument is dat het nu al moeilijk is om allea anbevolen vaccinaties toe te dienen, zodat het momenteel niet is aangewezen om nog een nieuw antigeen toe te voegen aan het reeds zwaar belaste vaccinatieschema.

Gezonde volwassenen

De gunstige kosten-batenbalans van de vaccinatie van gezonde volwassenen volstaat niet als argument om de griepvaccinatie te veralgemenen. Minder werkverlet is een onvoldoende reden voor een veralgemeende vaccinatie. Het is aan de arbeidsgeneesheer om de risico’s op besmetting en verwikkelingen van elke werknemer, afzonderlijk te evalueren.

Antivirale geneesmiddelen

De introductie van nieuwe antivirale geneesmiddelen (de neuraminidaseinhibitoren) is geen reden om de huidige vaccinatie-aanbevelingen te wijzigen. Vaccinatie is en blijft het voornaamste preventieve middel. Deze geneesmiddelen, hoe effectief ook indien snel na de infectie ingenomen worden, vormen een bijkomend hulpmiddel in geval van een epidemie, bijvoorbeeld bij een tekort aan vaccins, wanneer de vaccinstammen nietovereenkomen met het circulerend virus (’mismatch’), als extra-bescherming bij een onvoldoende vaccinale respons (immunogedeprimeerden) of bij het bestrijden van een beginnende epidemie in een rusthuis. Ze mogen alleen gebruikt worden wanneer het griepvirus circuleert (volgens de waarnemingen van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid).

Besluit

Er is nog veel werk aan de winkel omde vaccinatiegraad te verbeteren van de risicopersonen de bestaande aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad. Bijzondere inspanningen zijn nodig om de vaccinatiegraad van personeel uit de gezondheidssector te verhogen, inclusief de artsen. Dit is belangrijk, niet alleen omwille van hun individuele risico, maar ook om transmissie naar hun patiënten te voorkomen.
De details en besluiten van deze rondetafel worden gebundeld in een Witboek dat binnenkort zal gepubliceerd worden.

René Snacken en
Marc Van Ranst

Abonneer u op de nieuwsbrief