Mazelen
Een stand van zaken
Mazelen blijft endemisch in België en in meerdere andere Europese landen. Een verhoging van de vaccinatiegraad is nodig om de WHO-doelstelling van eliminatie van mazelen in Europa te bereiken.
Het Europees Bureau van de WHO heeft de oorspronkelijke doelstelling om mazelen tegen 2010 in Europa te elimineren noodgedwongen uitgesteld tot 2015. Elimineren betekent dat er geen locale transmissie van het virus gebeurt en dat geïmporteerde gevallen zonder interventie uitdoven vanwege de groepsimmuniteit.
Sinds 2004 bestaat er een ‘Comité voor de Eliminatie van Mazelen en Rubella in België’ dat belast is met de opstelling van actieplannen. Sindsdien zijn diverse maatregelen genomen, zoals de meldingsplicht voor mazelen (2009), een versterkt toezicht op de vaccinatiegraad, en de ontwikkeling van de capaciteiten van het laboratorium voor virologische en moleculaire diagnose.
Alhoewel mazelen in België zeldzaam is, heeft de European Regional Verification Commission for Measles and Rubella Elimination beslist om België toch in de groep van endemische landen te behouden [1].
Door de zeldzaamheid van de ziekte, wordt ze vaak niet of laattijdig gediagnosticeerd, waardoor de nodige preventieve maatregelen om uitbreiding te voorkomen en de ziekte in te dijken, worden bemoeilijkt.
Om de WHO-doelstelling te bereiken moet België zijn inspanningen versterken om een hoge vaccinatiegraad te bereiken en te bewaren.
Epidemiologie
- WHO
In 2013 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie wereldwijd meer dan 145.000 overlijdens door mazelen geregistreerd, of bijna 400 per dag [2].
Door vaccinatie zijn volgens de WHO tussen 2000 en 2013 naar schatting 15,6 miljoen overlijdens door mazelen vermeden.
- In de Europese regio van de WHO
werden in 2014 en begin 2015 meer dan 22.000 gevallen van mazelen in 7 landen geregistreerd : Kirghizstan, Bosnië-Herzegovina, Rusland, Georgië, Kazakhstan, maar ook in Duitsland en Italië. Ondanks het feit dat het aantal mazelengevallen met meer dan 50% is afgenomen, worden geregeld belangrijke epidemieën en uitbraken vastgesteld. Er werden bijvoorbeeld uitbraken vastgesteld, bijvoorbeeld op een cruiseschip in Italië in februari 2014 en op een hondententoonstelling in Slovenië in november 2014.
In Berlijn brak eind 2014 een epidemie uit. Tot eind april 2015 werden daarbij 1134 gevallen geregistreerd. Er werden ook geassocieerde gevallen vastgesteld in Noorwegen, Frankrijk, Zweden en Kroatië.
Het objectief om mazelen te elimineren tegen eind 2015 is dus in gevaar.
- ECDC
In 2013 registreerde het European Center for Disease Control 10.271 gevallen van mazelen in de 30 aangesloten Europese landen, tegenover 8.230 in 2012. Het ging vooral om Nederland (24%), Italië (18%), Groot-Brittannië (17%) en Roemenië (10%). In 88% van de gevallen ging het om niet-gevaccineerde patiënten. Er werden acht gevallen van encefalitis en 3 overlijdens vastgesteld die kouden toegeschreven worden aan mazelen.
In 2014 [3] werden 3.616 gevallen geregistreerd : meer dan 58% daarvan in Duitsland en Italië. 83% van de gevallen betrof niet-gevaccineerde personen. In de groep kinderen tussen 1 en 4 jaar was 75% niet gevaccineerd. Er werden vijf gevallen van encefalitis vastgesteld. Zoals in 2013 was de incidentie het grootst bij kinderen van minder dan één jaar (zie figuur 1). Er waren evenwel grote verschillen tussen de landen onderling : in Nederland lag de incidentie het hoogst in de groep 5-14 jaar, in Italië in de groep 15-29 jaar.
De vergelijking van de jaargegevens van de ECDC dat de epidemie van 2010-2011 gevolgd is door een endemische toestand (figuur 2).
Figuur 1 : Verdeling per leeftijdsgroep (gevallen per miljoen). Januari-december 2014. (n= 3.615). Bron ECDC.
Figuur 2 : Aantal mazelengevallen per maand. Januari 2006-december 2014. Bron ECDC.
De vaccinatiegraad in België bedraagt 96,5% voor de eerste dosis in 2012, en < 95% voor 2 dosisssen (92,5% in Vlanderen in 2012; 75,5% in FWB in 2009). In België werd na de invoering van vaccinatie tegen mazelen in twee dosissen in 1995 geen grote epidemie meer gesignaleerd. Wel zijn er geregeld kleine uitbraken, zoals in 2011 toen 676 gevallen werden geregistreerd (tegen- over 33 in 2009 en 40 in 2010). De eerste gevallen werden vastgesteld in een antroposofische school in Gent [4].
60 % van de gevallen betroffen kinderen jonger dan 15 jaar en 30 % personen tussen 15 en 30 jaar. De hoogste incidentie lag bij zuigelingen (51 per 100.000). De meerderheid van de gevallen betrof niet-gevaccineerde personen (73% van de bekende gevallen). Eén patiënt op vier moest gehospitaliseerd worden. Er werd een vaccinatiecampagne georganiseerd in de antroposofische scholen, met informatie voor de gezondheidswerkers en de scholen. Ook werd het publiek via de media gesensibiliseerd over de noodzaak van vaccinatie na blootstelling of volgens de vaccinatiekalender.
Wel zijn er geregeld kleine uitbraken, zoals in 2011 toen 676 gevallen werden geregistreerd (tegenover 33 in 2009, 40 in 2010, 109 in 2012 en 43 in 2013).
Commentaar
De eliminatie van mazelen tegen 2015 in Europa is zeer twijfelachtig.
De belangrijkste risicogroepen in ons land tijdens de komende jaren zijn kinderen jonger dan één jaar en jong-volwassenen [5].
De inspanningen om een vaccinatiegraad van meer dan 95% voor twee dosissen MMR moeten onverminderd verdergezet worden.
Naast een onderschatting van de ernst van de ziekte speelt nog een tweede factor mee in de onder- of laattijdige vaccinatie, namelijk een te optimistische inschatting van de individuele vaccinatiestatus. Zo werd bij de recente vaccinatiegraadstudie in Vlaanderen vastgesteld dat 8 op 10 ouders ten onrechte dachten dat hun kinderen gevaccineerd waren. Een centrale vaccinatiedatabank toegankelijk voor zowel zorgverleners als het grote publiek, is een van de mogelijke strategieën om deze situatie te verbeteren.
Ook moeten inhaalvaccinaties georganiseerd worden om het aantal niet- of onvoldoende beschermde personen, zowel kinderen als volwassenen, alsnog te vaccineren. Dit is een opdracht voor zowel de CLB’s als voor huisartsen en pediaters. Een raadpleging bij de huis- arts zou een gelegenheid moeten zijn om de vaccinatiestatus te controleren.
De aanbevolen vaccinatiekalender voorziet een eerste vaccinatie op 12 maanden en een tweede dosis op 11-12 jaar. Baby’s die voor de leeftijd van 12 maanden worden gevaccineerd, moeten ook deze twee dosissen krijgen bovenop de eerste dosis.
Inhaalvaccinaties worden aanbevolen voor :
- alle kinderen ouder dan 15 maanden die niet gevaccineerd werden;
- alle kinderen ouder dan 11-12 jaar die de tweede dosis niet gekregen hebben;
- alle volwassenen die geen mazelen hebben gehad (geboren voor 1975) of geen twee dosissen met minimaal 4 weken interval hebben gekregen.
Ook mensen die naar een endemisch land reizen, moeten hun vaccinatie vervolledigen.
De huidige vaccinatiegraad voor twee dosissen ligt lager dan de vereiste 95%. Zelfs bij een hoge vaccinatiegraad is het mogelijk dat bepaalde groepen onder- of niet gevaccineerd zijn. Het gaat onder meer om personen die zich om filosofische of religieuze redenen of uit vrees voor de bijwerkingen verzetten tegen vaccinatie.
Volgens een recente studie in Nederland gepubliceerd in het European Physical Journal B zou er rond 2025 zelfs een grote epidemie van mazelen onder orthodox-protestanten kunnen uitbreken [6]. Niet alleen ongevaccineerde kinderen zullen geïnfecteerd worden maar ook, en nog meer dan in 1999 en 2013, vatbare jongvolwassenen. In de Nederlandse Bible Belt, de strook van Zeeland tot Zwolle, ligt de MMR-vaccinatiegraad onder de 90% : ongeveer 40% van de gereformeerden laat zich niet vaccineren. Infectie op de basisschool is de motor achter de epidemie, zo schrijven de onderzoekers: elk jaar gaan ongeveer 1900 vatbare kinderen voor het eerst naar school en verlaten 1900 anderen de school. Na een uitbraak neemt het aantal vatbare kinderen in de schoolpopulatie in de loop der jaren weer toe, totdat een kritieke massa is bereikt en er opnieuw een uitbraak komt. Zorgelijk is dat bij elke epidemie het aantal 15-plussers dat vatbaar is en ziek wordt verdubbelt. In 2013 was 9% van de gerapporteerde slachtoffers ouder dan 19 jaar.
In ons land hebben dergelijke uitbraken waarschijnlijk een beperkte impact, op voorwaarde dat de vaccinatiegraad voldoende hoog is (≥ 95% voor de twee dosissen) en als de surveillance alert blijft; aangifteplicht, post-expositie vaccinatie enz.
Mazelen is een infectieziekte die verplicht moet aangegeven worden. Elk geval moet binnen de 24 uur na vaststelling van de eerste symptomen aangegeven worden bij de bevoegde diensten van de Vlaamse gezondheidsinspectie, om haarden van ondervaccinatie te kunnen opsporen, om labo-bevestiging te kunnen organiseren en de nodige beschermingsmaatregelen voor de omgeving te kunnen nemen.
Voor meer informatie over de kliniek van mazelen en de vaccinatie verwijzen we naar het artikel ‘Mazelen: is een eliminatie in Europa mogelijk’ van december 2012.
http://www.vaxinfopro.be/spip.php?rubrique49&lang=nl&retour=1
In 2013 heeft de ECDC 39.847 gevallen van rubella geregistreerd in de landen van de EU/EEA, tegenover meer dan 27.000 gevallen in 2012. 99% daarvan (38.585) kwam uit Polen. In 2012 telde Polen 6.259 gevallen (waarvan 4 congenitale rubella) en Roemenië 20.772 gevallen.
In 2014 werden 6.110 gevallen geregistreerd, waarvan 96,5% in Polen. Deze cijfers moeten echter met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden, omdat ze in 98% van de gevallen gebaseerd zijn op een niet door een labo bevestigde klinische diagnose. Er bestaan namelijk tal van andere ziekteverwekkers die gelijkaardige symptomen geven: parvovirus B19, virus herpes 6, virus Coxsackie, Echovirus, adénovirus, enzovoorts [7]
Bovendien verschillen de surveillance-systemen : zo hebben België, Duitsland en Frankrijk geen centraal surveillance-systeem.
In de periode 2000-2012 registreerde de ECDC, 211 gevallen van congenitale rubella. Ook hier verschillen de surveillance-systemen van land tot land. België heeft bijvoorbeeld met PediSurf sinds 2007 een actief surveillance-systeem [8].
Dit registreerde in 2012 het eerste geval van congenitale rubella.
Gevalsdefinitie (mazelen, rubella)
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2012:262:0001:0057:EN:PDF
[1] Third meeting of the European Regional Verification Commission for Measles and Rubella Elimination (RVC). 10-12 November 2014 Copenhagen, Denmark
[2] http://www.euro.who.int/fr/media-centre/sections/press-releases/2015/whoeurope-calls-for-scaled-up-vaccination-against-measles
[3] http://ecdc.europa.eu/en/publications/Publications/Measles-rubella-monitoring-first-quarter-2015.pdf
[4] Braeye T, Sabbe M, Hutse V, Flipse W, Godderis L, Top G. Obstacles in measles elimination: an in-depth description of a measles outbreak in Ghent, Belgium, spring 2011. Arch Public Health. 2013;71(1):17. doi: 10.1186/0778-7367-71-17
[5] Hens N, Abrams S, Santermans E, Theeten H, Goeyvaerts N, Lernout T, Leuridan E, Van Kerckhove K, Goossens H, Van Damme P, Beutels P. Assessing the risk of measles resurgence in a highly vaccinated population: Belgium anno 2013. Euro Surveill. 2015;20(1):pii=20998.
http://eurosurveillance.org/ViewArticle.aspx?ArticleId=20998
[6] M. Blier, B. Brak. A simple model to quantitatively account for periodic outbreaks of the measles in the Dutch Bible Belt. The European Physical Journal B. 2015 ; 88 : 107. DOI: 10.1140/epjb/e2015-50621-9
http://link.springer.com/article/10.1140/epjb/e2015-50621-9
[8] Comité pour l’élimination de la rougeole et de la rubéole en Belgique. Plan d’action 2012-2015. Mise à jour mai 2013. ISP-WIV
Zoeken
Abonneer u op de nieuwsbrief