Diverse onderwerpen
Vaccine hesitancy: Hoe adequaat reageren?
De terughoudendheid of weigering om zich te laten vaccineren is een complex en veelzijdig fenomeen. Een antwoord hierop moet ook rekening houden met de grote diversiteit aan motieven.
Vaccins roepen al sinds hun bestaan weerstanden op. Zo werd in 1850 in het Verenigd Koninkrijk een Liga tegen de pokkenvaccinatie opgericht.
De argumenten van tegenstanders van vaccinatie kunnen in drie grote groepen worden ondergebracht:
- vaccinatie veroorzaakt meer schade dan de infectieziekte zelf;
- vaccins bevatten toxische bestanddelen;
- vaccinatie zorgt niet voor een blijvende immuniteit.
We hebben hieraan reeds aandacht besteed in het artikel: "Vaccineren of niet vaccineren... That’s the question"
Vaccine hesitancy
Het Engelse begrip ’vaccine hesitancy’, wat men zou kunnen vertalen als ’terughoudendheid ten aanzien van vaccins’, gaat echter verder dan verzet tegen vaccinatie. Het omvat, in de woorden van de Strategic Advisory Group of Experts on Immunization (SAGE) van de WHO, heel het continuüm van attitudes ten aanzien van de vaccinatie in de bevolking, gaande van twijfelende aanvaarding tot categorische weigering, ondanks de aanwezigheid van een georganiseerd vaccinatieaanbod. Het is een complex fenomeen dat kan variëren in de tijd, van land tot land en van vaccin tot vaccin. Het omvat meerdere factoren, zoals onderschatting van de gevaren van de infectieziekte, gebrek aan vertrouwen in het nut of de veiligheid van het vaccin, de organisatie van de vaccinatie enzovoorts. Ook sommige gezondheidswerkers staan zeer terughoudend ten aanzien van vaccinatie.
Alhoewel vaccinatie in ons land op zeer brede steun kan rekenen, twijfelen sommige mensen toch of ze zich wel moeten laten vaccineren, ze laten zich niet vaccineren volgens de aanbevolen schema’s maar stellen de vaccinatie uit, of ze weigeren bepaalde vaccins of zelfs alle vaccins. Er bestaat een gradiënt in de houding ten aanzien van vaccinatie, met aan de ene kant mensen die geen enkel probleem hebben met de voorgestelde vaccinatieprogramma’s en aan de andere kant mensen die zich verzetten tegen elke vaccinatie.
Experts zeggen dan ook dat de vaccinatiegraad geen betrouwbare graadmeter is voor het fenomeen van terughoudendheid ten aanzien van vaccins.
Terughoudendheidsfactoren
De aanvaardbaarheid van of de terughoudendheid ten aanzien van vaccinatie wordt beschouwd als een complex gedragsfenomeen dat beïnvloed wordt door meerdere factoren.
De Strategic Advisory Group of Experts on Immunization (SAGE), een werkgroep van de WHO, ziet in een rapport uit 2011 drie belangrijke mechanismen of groepen van factoren die hierin meespelen [1]: opvattingen over de gevaren van infectieziekten en het nut van vaccinatie (complacency), het vertrouwen in het vaccin of het vaccinatiebeleid (confidence), en het gemak of comfort van vaccinatie (convenience) .
- Het eerste mechanisme, het oordeel over het nut van het vaccin, heeft in belangrijke mate te maken met twijfels over de gevaren van de infectieziekten waartegen gevaccineerd wordt, of met de afweging dat er andere, belangrijker prioriteiten zijn op het vlak van gezondheid dan vaccinatie tegen bepaalde ziekten. Paradoxaal genoeg wordt dit in de hand gewerkt door het succes van vaccinatieprogramma’s omdat de ziekten waartegen gevaccineerd grotendeels verdwenen zijn, en men er dus niet meer mee geconfronteerd wordt en dus ook de gevaren ervan niet meer kent.
- Het vertrouwen in een vaccin heeft onder meer te maken met opvattingen over:
- de doeltreffendheid en de veiligheid van vaccins,
- de bekwaamheid, de motivatie en de voorbeeldfunctie van de beoefenaars van de gezondheidszorg die het vaccin toedienen;
- de gegrondheid van de beslissingen van de overheid die de vaccinatieregels en -schema’s opstelt.
- Het gemak of comfort van vaccinatie heeft vooral te maken met de organisatie van de vaccinatie. Dat omvat onder meer:
- de beschikbaarheid van vaccins;
- de ten laste neming van de kosten;
- de toegankelijkheid van het vaccinatieaanbod (plaats, openingsuren...);
- de middelen die gebruikt worden om de vaccinatie te promoten (begrijpbaarheid, taal...);
- de voorzieningen en middelen die ter beschikking staan van de vaccinatoren;
- het respect voor culturele of religieuze gevoeligheden.
Op basis hiervan onderscheidt de SAGE drie groepen elementen of determinanten die aan de basis liggen van de attitudes van terughoudendheid of weigering van vaccinatie. Deze zijn samengevat in tabel 1.
Determinanten van terughoudendheid ten aanzien van vaccins
De sociaal-culturele en politieke context: Elementen gelinkt aan historische of sociaal-culturele invloeden, de sociaal-economische of politieke situatie
- Communicatie en media
- Opinieleiders, beleidsmensen, lobbygroepen pro of contra vaccinatie
- Historische factoren
- Religieuze, filosofische of culturele opvattingen, sociaal-economische factoren
- Politieke factore
- Geografische grenzen
- Opinies ten aanzien van de farmaceutische industrie
De perceptie van mensen en de omgeving: Elementen die te maken hebben met persoonlijke opvattingen of groepsdruk
- Persoonlijke, familiale of andere negatieve ervaringen met vaccinatie (inclusief pijn)
- Overtuigingen en attitudes met betrekking tot gezondheid en preventie
- De kennis van het gezondheidssysteem
- Vertrouwen in en persoonlijke ervaringen met de gezondheidszorg en het medisch personeel
- Opvattingen over de voor- en nadelen van vaccinatie
- Opvattingen over vaccinatie als de sociale norm dan wel als iets nutteloos of schadelijk
Factoren specifiek voor het vaccin of de vaccinatie
- Wetenschappelijke gegevens over de baten (het voorkomen van ziekte) en de risico’s van vaccinatie
- Invoering van een nieuw vaccin, een nieuwe samenstelling of een nieuw vaccinatieschema
- Toedieningswijze
- Organisatie van het vaccinatieprogramma (individueel, georganiseerd)
- Betrouwbaarheid en beschikbaarheid van vaccins
- Vaccinatieschema’s
- Kosten
- Het gezag van de aanbevelingen en de kennis en attitude van gezondheidswerkers ten aanzien van vaccins.
Het fenomeen van de terughoudendheid ten aanzien van vaccins is dus niet eenvoudig te herleiden tot bijvoorbeeld een gebrek aan kennis of informatie of een zwakke sociaal-economische status. Integendeel zelfs, ook goed opgeleide mensen kunnen zeer terughoudend staan ten aanzien van vaccinaties, zoals aangetoond wordt door de weifelende houding van heel wat gezondheidswerkers.
Ook een gebrekkige of inadequate communicatie kan een negatieve invloed hebben op de aanvaarding van vaccinatie.
Op basis van dit model bevatten de jaarlijkse vragenlijsten van de WHO en Unicef voor de nationale verantwoordelijken voor het vaccinatiebeleid ook een aanal vragen over de terughoudendheid ten aanzien van vaccins. In 2013 antwoordde 68 procent van de landen op de vraag ’Welke zijn de drie belangrijkste redenen voor niet-aanvarding van het nationale vaccinatieprogramma’ [2]. De meest genoemde redenen waren: overtuigingen, attitudes en motivatie ten aanzien van gezondheid en preventie, twijfels over de voor- en nadelen van vaccinatie en de gebrekkige of inadequate communicatie en informatie.
Uitdaging
Volgens het Europees bureau van de WHO is het belangrijk om de verworvenheden van vaccinatieprogramma’s op het vlak van volksgezondheid te vrijwaren.
De impact van deze programma’s hangt onder meer af van de beschikbaarheid en de kwaliteit van vaccins en van de vaccinatiediensten, maar ook van de overtuiging en motivatie van gezondheidsdiensten en beleidsmensen.
Daarnaast speelt ook de perceptie van de bevolking met betrekking tot onder meer:
- de voor- en nadelen van vaccinatie,
- de risico’s verbonden aan door vaccinatie vermijdbare infectieziekten,
- het vaccinatiebeleid en de manier waarop aanbevelingen voor vaccinatie worden uitgewerkt;
- de verantwoordelijkheid van ouders om hun kinderen te beschermen tegen vermijdbare infectieziekten.
Strategieën ten aanzien van terughoudenheid tegenover vaccinatie
Een adequaat antwoord vinden op de terughoudenheid ten aanzien van vaccinaties is niet eenvoudig, gezien de vele elementen die daarin meespelen, zowel wat de vaccinatie van volwassenen als die van kinderen betreft. Belangrijk is het besef dat meerdere factoren de houding ten aanzien van vaccinatie bepalen en dat de groep van mensen die terughoudend zijn ten aanzien van vaccinatie zeer heterogeen is.
Dat betekent onder meer:
- Dat overheden meer studies en analyses moeten financieren gebaseerd op het SAGE-model met de drie mechanismen of groepen van factoren: opvattingen over de gevaren van infectieziekten en het nut van vaccinatie (complacency), het vertrouwen in het vaccin of het vaccinatiebeleid (confidence), en het gemak of comfort van vaccinatie (convenience). Die studies moeten toelaten om de complexiteit van het fenomeen van terughoudendheid ten aanzien van vaccinaties beter te begrijpen (bijvoorbeeld geografische, culturele, religieuze, politieke, sociaal-economische factoren). Op basis hiervan kunnen adequate acties uitgewerkt worden, gericht op specifieke groepen, problemen en vaccins.
- De individuele vaccinatoren moeten naar hun patiënten luisteren en hun motivaties en aarzelingen analyseren. Door begrip te tonen voor hun patiënten in plaats van hen te veroordelen, kunnen ze informatie en advies geven aangepast aan de specifieke kenmerken van elke patiënt.
Voortbouwend op de aanbevelingen van SAGE heeft de European Technical Advisory Group of Experts on Immunization, in 2013 een gids gepubliceerd: Guide to tailoring immunization programmes [3].
Op basis van een systematische analyse van de beschikbare literatuur van januari 2007 tot oktober 2013, werden de verschillende strategieën ten aanzien van vaccine hesitancy in kaart gebracht [4]. Daaruit bleek dat van slechts enkele strategieën de impact op de vaccinatiegraad of op de kennis, houding en attitude ten aanzien van vaccinaties werd geëvalueerd.
Deze strategieën hadden meestal betrekking op vaccinatie tegen de griep, HPV en op vaccinatie van kinderen in Amerika. De meeste acties waren gericht op het verhogen van de kennis en de motivatie ten aanzien van vaccins.
Slechts dertien van de meer dan 170 studies voldeden aan de strenge wetenschappelijke eisen om een GRADE-rangschikking te kunnen opstellen.
Van volgende acties is aangetoond dat ze een beperkt positief effect hebben: sociale mobilisatie, het gebruik van massamedia, bijscholing van gezondheidswerkers, niet-financiële incentives, het versturen van rappels. Acties met een brede waaier aan interventies en gebaseerd op een sociale dialoog waren over het algemeen het meest efficiënt.
Uit deze studie blijkt dat de meeste interventies onvoldoende rekening houden met de veelheid van determinanten die onze houding ten aanzien van vaccinaties bepalen en de grote heterogeniteit van de betrokken bevolkingsgroepen.
De verleiding bij beleidsverantwoordelijken is vaak groot om terug te vallen op informatiecampagnes of sociale marketing als enig of belangrijkste instrument om terughoudendheid ten aanzien van vaccinaties te bestrijden.
De beperkingen van sociale marketing
Sociale marketing wordt vaak voorgesteld als een wondermiddel om de terughoudendheid ten aanzien van vaccins te keren, terwijl het slechts een van de vele middelen is [5] [6].
Sociale marketing heeft zijn eigen specifieke kenmerken, met eigen regels en beperkingen.
In tegenstelling tot commerciële reclame of marketing, die producten wil verkopen en zich daarvoor richt op de wensen van de consument, richt sociale marketing zich op het welzijn van de bevolking, wat vaak betekent dat bepaalde wensen moeten in vraag gesteld worden of zelfs moeten ontraden worden. Waar commerciële marketing zich richt op een onmiddellijke beloning (aankoop van het gewenste product), mikt sociale marketing op de lange termijn: de afwezigheid van een mogelijk toekomstige infectie door vaccinatie.
Waar commerciële marketing de consument niet wil veranderen maar wil inspelen op zijn wensen, streeft sociale marketing wél naar verandering van gedrag, attitude, waarden... Inzet is om vaccinatie voor iedereen aanvaardbaar te maken.
Bovendien moet sociale marketing ook rekening houden met bepaalde ethische principes. Zo heiligt het doel (meer vaccinatie) bijvoorbeeld niet alle middelen (bijvoorbeeld zwijgen over eventuele bijwerkingen).
Referenties
[1] N. MacDonald, the SAGE Working Group on Vaccine Hesitancy. Vaccine hesitancy : definition, scope and determinants. Vaccine. 2015 ; 33 : 4161-4164.
[2] H. Larson, C. Jarrett, W. Schulz et al. The SAGE Working Group on Vaccine Hesitancy. Measuring vaccine hesitancy: the development of a survey tool. Vaccine. 2015: 4165-4175.
[3] R. Butler, N. MacDonald, the SAGE Working Group on Vaccine Hesitancy. Diagnosing the determinants of vaccine hesitancy in specific subgroups: The Guide to Tailoring Immunization Programmes (TIP). Vaccine. 2015; 33: 4176-4179.
[4] C. Jarrett, R. Wilson, M. O’Leary et al. Strategies for addressing vaccine hesitancy – A systematic review. Vaccine. 2015 ; 33 : 4180-4190.
[5] G. Nowak, B. Gellin, N. MacDonald, B. Butler, the SAGE Working Group on Vaccine Hesitancy. Addressing vaccine hesitancy: the potential value of commercial and social marketing principles and practices. Vaccine. 2015; 33: 4204-4211.
[6] R. Bontemps, A. Cherbonnier, P. Mouchet, P. Trefois. Communication et promotion de la santé. Aspects théoriques, méthodologiques et pratiques. Publié par Question Santé asbl.
Artikelen
Vaccinatiebeleid: ethische aspecten van een verplichte vaccinatie
Vaccine hesitancy: Hoe adequaat reageren?
Rappelvaccinatie voor kinderen tussen 5 - 6 jaar in de Federatie Wallonië-Brussel
Vaccinatiegraad van zuigelingen in Wallonië
De site van het ’Valentijnsymposium’
Artikelen over hetzelfde themaZoeken
Abonneer u op de nieuwsbrief