FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Actualiteitprint

Invasieve meningokokkeninfecties in België

gepubliceerd op maandag 13 april 2020

In 2018 werden er in België in totaal 130 gevallen van invasieve meningokokkeninfecties gemeld aan de diensten belast met de meldingsplicht. Het aantal gevallen bevestigd door het Nationaal Referentiecentrum (NRC) blijft sinds 2008 stabiel en schommelt rond een honderdtal gevallen per jaar. In 2018 zijn er 116 geteld, wat overeenstemt met 1,02 bevestigde gevallen per 100.000 inwoners. Er werden 8 sterfgevallen gemeld. Dit aantal is vergelijkbaar met dat van 2017 (9). Serogroep B blijft ook in 2018 het frequentst (N=59, 50,8 % van de gevallen). Dat blijkt uit een rapport van Sciensano.

Ondanks het feit dat de ziekte in België zelden voorkomt (< 1 geval per 100.000 inwoners) gaat het om een prioriteit voor de volksgezondheid door de hoge mortaliteit (5-10%) en de mogelijke klinische gevolgen op lange termijn (10-20%).
Sinds 2002, het jaar waarin de systematische vaccinatie tegen serogroep C werd ingevoerd, wordt een drastische daling waargenomen van het jaarlijks aantal gevallen van invasieve meningokokkeninfecties. Sinds 2008 schommelt het gemiddelde rond 104 gevallen per jaar, met een piek van 132 gevallen in 2013. In 2018 bevestigde het NRC 116 gevallen van invasieve meningokokkeninfectie (meningitis en/of septicemie) tegenover 96 in 2017 hetzij 1,02 bevestigde gevallen/100.000 inwoners tegenover 0,85 in 2017; 0,78 in 2014 en 1,1 in 2012.

• Van de gevallen die in 2018 door het NRC zijn bevestigd, verbleef 56,9 % in Vlaanderen, 30,2% in Wallonië en 10,3% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het aantal gevallen per 100.000 inwoners was ongeveer even hoog in Vlaanderen (1,01/100.000) als in Wallonië (0,97/100.000) en Brussel (1,01/100.000).
• De frequentst getroffen leeftijdscategorieën in 2018 waren kinderen van 0 tot 4 jaar (6,4 gevallen/100.000) en in het bijzonder kinderen jonger dan 1 jaar (16,3 gevallen/100.000), jongeren van 15 tot 19 jaar (2,9 gevallen/100.000) en 75-plussers (van 0,9/100.000 voor personen van 80 tot 84 jaar tot 1,8/100.000 voor personen ouder dan 90 jaar). Deze aantallen zijn vergelijkbaar met die van de voorgaande jaren.
• In 2018 zijn er 8 sterfgevallen gerapporteerd, waarvan 5 in Vlaanderen en 3 in Wallonië. Voor 6 van de 8 sterfgevallen is er een stam geïdentificeerd: 2 hadden betrekking op serogroep B (63 en78 jaar), 2 op serogroep W (20 en79 jaar) en2 op serogroep Y (60 en 83 jaar).
• Op nationaal vlak werd in 2018 opnieuw hoofdzakelijk serogroep B vastgesteld met 50,8 % van de gevallen (59 gevallen). Serogroep B komt hoofdzakelijk voor bij kinderen jonger dan 5 (47 % van de groep-B-infecties in 2018), en dan vooral kinderen jonger dan 1 jaar (22 % van de gevallen). In de groep patiënten jonger dan 1 jaar waren 5 patiënten (45 %) jonger dan 6 maanden. Deze serogroep komt ook voor bij adolescenten: 12 % van de serogroep-B-gevallen waren tussen de 15 en 19 jaar oud in 2018.
• Serogroep C vertegenwoordigde een minderheid met 4,3 % van de gevallen (5 gevallen).
• In 2018 is er een duidelijke toename vastgesteld van de circulerende serogroepen Y (29 gevallen in 2018 tegenover 19 gevallen in 2017) en W (19 gevallen in 2018 tegenover 9 gevallen in 2017). Deze 2 serogroepen vertegenwoordigen 41,3 % van de gevallen, terwijl zij in 2017 slechts 29,2 % van de gevallen vertegenwoordigden. Vooral in Vlaanderen is er in 2018 een duidelijke toename vastgesteld van gevallen verband houdend met de serogroepen W en Y: 12 gevallen waren gelinkt aan serogroep W (18,2 % van de gevallen) en 20 gevallen aan serogroep Y (30,3 % van de gevallen).

Serogroep Y vinden we voornamelijk in drie leeftijdsgroepen terug: 0-9 jaar met 34 % van de infecties door deze serogroep in 2018, waarvan 4 gevallen bij kinderen jonger dan 14 maanden (14%); 15-19 jaar met 17 % van alle gevallen; en 65-85 jaar met 31 % van de gevallen.
Serogroep W trof in 2018 voornamelijk 2 leeftijdsgroepen: 21 % van de patiënten waren jonger dan 5, waarvan 4 patiënten (21 %) jonger dan 14 maanden. 26 % van de patiënten waren tussen de 15 en 19 jaar oud. In 2018 werden 13 gevallen van meningokokkenziekte aangetoond die te wijten waren aan klonaal complex 11 van serogroep W. Dit hypervirulent klonaal complex is al enkele jaren aan een opmars bezig in Europa en is ook verantwoordelijk voor epidemieën in Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

De Hoge Gezondheidsraad (HGR) heeft in 2019 een geactualiseerd advies uitgebracht over meningokokkenvaccinatie. Hierin wordt voorgesteld om voor de vaccinatie op de leeftijd van 15 maanden het vaccin tegen meningokokken van serogroep C (Men C) te vervangen door een geconjugeerd vaccin tegen serogroep A, C, W en Y (Men ACWY) én om ook minstens één cohorte jongeren hiertegen te vaccineren.
Volgens het Agentschap Zorg & Gezondheid tonen de recente epidemiologische gegevens aan dat het vervangen van een vaccin tegen Men C door Men ACWY op de leeftijd van 15 maanden weinig impact zou hebben qua vermijdbare morbiditeit en mortaliteit. Daarom blijft het Agentschap bij zijn standpunt om het vaccin tegen Men C (NeisVac-C) voorlopig niet te vervangen door een combinatievaccin Men ACWY. Een combinatievaccin kan wel aangeboden worden, zowel op het vast vaccinatiemoment op de leeftijd van 15 maanden als voor inhaalvaccinatie op latere leeftijd.

Bron:
Jacquinet S, Mattheus W, Lajot A et al. Epidemiologische surveillance van invasieve meningokokkeninfecties-2018. Sciensano 2019


Abonneer u op de nieuwsbrief