FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Actualiteitprint

Lichte toename van bof in 2018

gepubliceerd op donderdag 30 april 2020

Sinds de veralgemeende vaccinatie met het mazelen-bof-rubella vaccin in 1985, en door de hoge vaccinatiegraad die werd bereikt, daalde de incidentie van deze ziekten aanzienlijk. Van 2011 tot midden 2013 vond echter een uitbraak van bof plaats die vooral jongvolwassenen in de studentensteden trof. Sinds de tweede helft van 2013 is er een sterke daling in het aantal gevallen van bof. Ook in 2018 bleef het aantal gevallen laag, al vertonen de cijfers van het netwerk van peillaboratoria wel een lichte stijging in het aantal geregistreerde bofgevallen met 231 gevallen in 2018 ten opzichte van 183 in 2017 en 152 in 2016. Het percentage van aan het Nationaal referentiecentrum (NRC) aangeboden stalen die werden bevestigd voor bof, is ook licht toegenomen in 2018, met 7,5% ten opzichte van 4,9% in 2017. Dat blijkt uit een rapport van Sciensano.

• In 2018 werden er 184 gevallen in Vlaanderen gediagnosticeerd, 21 in Wallonië en 23 in Brussel (voor drie gevallen was de regio niet gekend).
• De meeste gevallen werden gerapporteerd bij 0-4-jarigen (n=30, waarvan 2 gevallen bij 0-jarigen), gevolgd door 15-19-jarigen (n=24) en 20-24-jarigen (n=23).
• In 2018 werden in het NRC 106 stalen ter bevestiging van bof aangeboden, waarvan er acht (7,5%) werden bevestigd (drie genotype G, één genotype D, vier niet bepaald). In 2017 werden twee van de 41 (4,9%) aangeboden stalen bevestigd.
• Volgens de minimale ziekenhuisgegevens waren er in 2017 (meest recent beschikbare gegevens) 33 opnames in het ziekenhuis met bof als hoofddiagnose en 33 met bof als nevendiagnose. Deze aantallen lagen in lijn met de aantallen van 2016 en 2014 (2015 niet beschikbaar). De gemiddelde verblijfsduur van de gevallen met bof als hoofddiagnose bedroeg 3,5 dagen (range 1-10) in 2017.

Bron: Litzroth A en Hutse V. Epidemiologische surveillance van bof / Bofvirus – 2018. Sciensano 2019.


Abonneer u op de nieuwsbrief