FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Actualiteitprint

Epidemiologische surveillance van het rotavirus 2017–2019

gepubliceerd op dinsdag 3 maart 2020

Sinds de invoering van de gedeeltelijke terugbetaling van het vaccin tegen rotavirus in 2006, is er een significante daling van het aantal bevestigde gevallen van rotavirusinfecties vastgesteld. Deze daling is naar verhouding groter bij kinderen jonger dan één jaar. Sinds 2012 lijkt de epidemiologie van het rotavirus te evolueren in tweejaarlijkse cycli waarin seizoenen met hoge en lage activiteit elkaar afwisselen. Dat blijkt uit een rapport van Sciensano.

Infecties met rotavirus zijn seizoensgebonden met een hoger aantal gerapporteerde gevallen tijdens de winterperiode. Sinds de invoering van het vaccin wordt ook een verschuiving van de seizoenspiek vastgesteld, die nu later in het jaar optreedt dan in de pre-vaccinatieperiode: tijdens de pre-vaccinatieperiode lag de seizoenspiek in week 6, in de post-vaccinatieperiode is de piek verschoven naar week 13. Bovendien vertoont de epidemiologie van het rotavirus sinds zes seizoenen een tweejaarlijkse cyclus waarbij jaren met hogere activiteit en jaren met lagere activiteit elkaar afwisselen. Deze tweejaarlijkse variaties lijken geen verband te houden met de leeftijdsgroepen of met de circulerende genotypes. Een mogelijke reden is de accumulatie van een voldoende aantal vatbare, niet-gevaccineerde kinderen na twee jaar.

• In de drie gewesten werd het hoogste aantal gevallen in de hele post-vaccinatieperiode geregistreerd in het seizoen 2016–2017 en was er een daling van het aantal gevallen in 2017–2018 (1667 gevallen geregistreerd, seizoen met lage activiteit, in de tweejaarlijkse cyclus) en 2018–2019 (2187 gevallen geregistreerd, seizoen met intense activiteit).
• Het totale aantal rotavirusinfecties geregistreerd tijdens de epidemiologische seizoenen met lage activiteit neemt toe. Ook het totale aantal gevallen van rotavirusinfecties gerapporteerd tijdens de epidemiologische seizoenen met intense activiteit lijkt toe te nemen. Zo wordt een stijging opgemerkt van ongeveer 10% tussen de seizoenen 2012–2013 en 2014–2015 en tussen de seizoenen 2014–2015 en 2016–2017. Deze trend is echter niet meer waargenomen in het seizoen 2018–2019 gelet op de daling van ongeveer 30% in vergelijking met het voorgaande seizoen met intense activiteit (2016–2017).
• Seizoen 2017–2018 werd gekenmerkt door een seizoenspiek in week 15 en een epidemische periode die in week 6 begon. Seizoen 2018–2019 werd gekenmerkt door een seizoenspiek in week 14 en een vroegtijdige epidemische periode die in week 1 begon.
• Net als in de rest van de Europese Unie wordt de meerderheid van de rotavirus-epidemieën in België veroorzaakt door de genotypes G2P[4], G9P[8], G1P[8], G3P[8], G4P[8]enG12P[8]. De opvolging van de circulerende genotypes is van essentieel belang voor de detectie van een nieuw opduikend genotype en/of een antigene drift van de stammen die kunnen worden voorkomen door vaccinatie en kunnen leiden tot een afname van de doeltreffendheid of tot het falen van de vaccinatie.

Bron: Lajot A, Wyndham-Thomas C, Matthijnssens J et al. Epidemiologische surveillance van het rotavirus Seizoenen 2017–2018 en 2018–2019. Sciensano 2019.


Abonneer u op de nieuwsbrief