Dit jaar steeg de incidentie van raadplegingen bij de huisarts voor griepklachten voor het eerst boven de epidemische drempel in week 4 (20-26 januari 2020) en steeg meteen tot een eerste piek in de week van 27 januari tot 2 februari. Tussen de weken van 10 februari en 1 maart daalde deze incidentie, maar sinds week 9 (24 februari-1 maart 2020) steeg de incidentie opnieuw. Bij een deel van de patiënten met griepklachten nam de peilarts ook een staal af dat getest werd op aanwezigheid van het influenzavirus. Vanaf de week van 9 december tot en met 15 maart werd in meer dan 20% van de stalen influenza gevonden.
Gezien gelijkaardige griep klachten veroorzaakt worden door een COVID-19 infectie, kan de incidentie van raadplegingen bij de huisartsen voor griepklachten niet gebruikt worden om het einde van de griepepidemie te bepalen. De fractie van de luchtwegstalen dat positief is voor influenza blijft dan het enige criterium. Gezien ook in de week van 23-29 maart die fractie lager bleef dan 20%, betekent dat meteen dat de week van 9 maart de laatste week van de epidemie was.
Vanaf maart 2020 worden de luchtwegstalen verzameld door de peilartsen ook getest op SARS-CoV-2. In de weken van 9 tot 15 maart en van 16 tot 22 maart waren respectievelijk 17% en 27% van de patiënten die hun huisarts raadpleegden voor griepklachten bevestigde COVID-19 patiënten.

Bron: Nieuwsflash Infectieziekten April 2020