Met betrekking tot de overdracht van eerder besmette personen komt het rapport tot volgende besluiten:
• Er zijn geen studies die de overdracht van SARS-CoV-2 van opnieuw geïnfecteerde personen naar hun contacten rechtstreeks hebben gemeten.
• Er zijn echter aanwijzingen dat herinfecties zeldzaam zijn. Studies schatten dat het beschermende effect van een eerdere SARS-CoV-2-infectie in de eerste 5 tot 7 maanden zeer hoog is (81% - 100%). Bescherming tegen herinfectie is lager bij personen van 65 jaar en ouder.
• Deze onderzoeken werden evenwel uitgevoerd vóór de opkomst van SARS-CoV-2-varianten.

Bij gevaccineerde personen blijkt het volgende:
• Bewijs van de impact van vaccinatie op het risico van overdracht is slechts beschikbaar uit één studie, die suggereert dat vaccinatie van een lid van het huishouden het risico op infectie bij gevoelige leden van het huishouden met minstens 30% vermindert.
• Er zijn aanwijzingen dat vaccinatie symptomatische of asymptomatische infecties bij gevaccineerde personen significant vermindert, hoewel de werkzaamheid van het vaccin verschilt per vaccin en doelgroep.
• Er zijn ook aanwijzingen voor een lagere virale last en een kortere uitval bij gevaccineerde personen in vergelijking met niet-gevaccineerde personen, wat zich zou kunnen vertalen in een verminderde overdracht.
• Veel van de onderzoeken naar de effectiviteit van vaccins zijn uitgevoerd vóór de opkomst van SARS-CoV-2-varianten.
Follow-up van cohorten met eerdere SARS-CoV-2-infectie en vaccinatie is nodig om de omvang en duur van bescherming tegen herinfectie en symptomatische ziekte beter te beoordelen, evenals het effect van bescherming tegen overdracht.

Bron:
European Centre for Disease Prevention and Control. Risk of SARS-CoV-2 transmission from newly-infected individuals with documented previous infection or vaccination. 29 March 2021. ECDC: Stockholm, 2021.