FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Actualiteitprint

Wat is het verschil tussen de werkzaamheid en de doeltreffendheid van een vaccin?

gepubliceerd op maandag 6 september 2021

De percentages over de ‘effectiviteit’ van de COVID-19-vaccins vliegen ons om de oren. Maar wat betekent dat precies? En wat is het verschil tussen werkzaamheid of efficiëntie (‘efficiency’) en effectiviteit of doeltreffendheid (‘effectiveness’)?

De begrippen werkzaamheid of efficiëntie (‘efficiency’) en effectiviteit of doeltreffendheid (‘effectiveness’) worden vaak door elkaar gebruikt of onder de term effectiviteit samengebracht. Maar er bestaat wel degelijk een belangrijk verschil tussen beide.

• De effectiviteit of werkzaamheid (‘efficiency’) van een vaccin wordt gemeten in de gecontroleerde omstandigheden van een gerandomiseerde klinische studie waarbij een vergelijking wordt gemaakt tussen het voorkomen van de ziekte in een groep gevaccineerde en een groep ongevaccineerde personen. Hierbij wordt de geproportioneerde vermindering in aanvalspercentage (AR) tussen ongevaccineerde en gevaccineerde personen in de studiecohort berekend. Effectiviteit is het ‘best case’-scenario van het beschermende effect van een vaccin en wordt bepaald voordat een vaccin wordt gecommercialiseerd.
Een vaccin met een bewezen werkzaamheid van 80% betekent dat degenen die het vaccin kregen een 80% lager risico hadden om de ziekte te ontwikkelen dan de groep die het placebo kreeg. Dit wordt berekend door het aantal ziektegevallen in de gevaccineerde groep te vergelijken met de placebogroep.
Effectiviteit zegt dus iets over de vraag of het vaccin in theorie kan werken. Om goedgekeurd te worden moet een vaccin een werkzaamheid van minstens 50% hebben. Een werkzaamheidsonderzoek kan de impact van een vaccin in de praktijk echter overschatten. Werkzaamheid in laboratoriumomstandigheden vertaalt zich immers niet altijd in effectiviteit of doeltreffendheid in het werkelijke leven.

De effectiviteit of doeltreffendheid (‘effectiveness’) van een vaccin zegt daarentegen iets over de vraag hoe het vaccin in de praktijk in de werkelijke wereld bijdraagt aan het verminderen van infecties en ziekte(last). De doeltreffendheid wordt bepaald door verschillende factoren, waaronder bevolkingssamenstelling, eerder doorgemaakte infecties, co-morbiditeiten, de vaccinatiegraad die werd behaald binnen een populatie en de structurele problemen die met vaccinatie te maken hebben zoals het behoud van de koude keten, de circulerende virusvarianten, enzovoort.
Het voorkomen van een (symptomatische) infectie is trouwens niet het enige criterium om het nut van een vaccin te beoordelen. Als een vaccin bijvoorbeeld slechts in beperkte mate kan voorkomen dat iemand besmet raakt, kan het bijvoorbeeld wel (ernstige) ziekte voorkomen en ervoor zorgen minder mensen in het ziekenhuis belanden en/of overlijden. De effectiviteit van het griepvaccin ligt bijvoorbeeld vrij lag (40-40%), maar het redt toch elk jaar duizenden levens wereldwijd.

Efficiëntie en effectiviteit van de COVID-19-vaccins

De Amerikaanse CDC publiceerde op 27 juli 2021 een Science Brief met een geactualiseerd overzichtvan de (theoretische) efficiëntie en (praktische) effectiviteit van de verschillende COVID-19-vaccins (na volledige vaccinatie).
• De efficiëntie van alle COVID-19 vaccins tegen infectie en/of symptomatische ziekte schommelt tussen 65 en 95%. De effectiviteit schommelt tussen 77 en 97%.
• De efficiëntie tegen ernstige ziekte of hospitalisatie schommelt tussen 87 en 98%.

In Eurosurveillanceverscheen een recente studie over de efficiëntie en effectiviteit van de verschillende COVID-19-vaccins tegen symptomatische en asymptomatische infecties.

Meer info:
WHO. Vaccine efficacy, effectiveness and protection

GAVI. What is the difference between efficacy and effectiveness?


Abonneer u op de nieuwsbrief