Hoewel het aanvaardbaar is om tools in te zetten (zoals bijvoorbeeld het CST) die vaccinatie stimuleren, steunt de HGR het gebruik ervan niet wanneer zij eigenlijk een “verborgen” vaccinatieverplichting willen opleggen. Beide moeten ingezet worden met een duidelijk gedefinieerd doel, dat van elkaar kan verschillen, en up-to-date gehouden moet worden volgens de best beschikbare wetenschappelijke gegevens. In het bijzonder tijdens epidemiologische pieken sluit een vaccinatieplicht het nut van het CST niet uit, en omgekeerd, sluit het gebruik van het CST niet uit dat een vaccinatieplicht een meerwaarde kan betekenen.
Op dit ogenblik en op basis van de huidige kennis van het coronavirus, zijn varianten en de huidige vaccins, oordeelt de HGR dat een vaccinatieplicht van beperkte duur geoorloofd is. Daarenboven moet er ook grondig nagedacht worden over een compensatie- en zorgsysteem bij zeldzame en ernstige bijwerkingen. Als deze optie gekozen wordt, moet dit op een duidelijke en transparante manier aan het publiek worden meegedeeld.

De volledige positienota (HGR_9689) is beschikbaar op de website van de Hoge
Gezondheidsraad