• Bij mensen die een basisvaccinatie (2 dosissen) kregen daalde de bescherming tegen een symptomatische infectie met de deltavariant van 81 procent tot 56 procent na 100 tot 150 dagen. Na een boostervaccinatie werd de bescherming tegen infectie opnieuw opgetrokken tot 84 procent. De initiële bescherming tegen hospitalisatie bedroeg 93%.

• Bij de omicron-variant beschermt het primair vaccinatieschema aanvankelijk voor 37% tegen een symptomatische infectie en voor 59% tegen hospitalisatie. Na 100-150 dagen is de bescherming tegen infectie gedaald tot 18%. Na een boosterdosis is deze bescherming hoger: respectievelijk 52% en 87%. Na ongeveer zes maanden is dit nog 25% tegen een symptomatische infectie en 66% tegen hospitalisatie .

• Personen die naast vaccinatie ook een eerdere COVID-19-infectie hebben doorgemaakt, zijn beter beschermd tegen een symptomatische infectie (67%) dan gevaccineerde personen zonder voorgaande infectie. Deze hybride immuniteit neemt ook minder snel af dan de bescherming die enkel door vaccinatie wordt verkregen. Dit fenomeen wordt nog versterkt wanneer personen die een eerdere COVID-19-infectie hebben doorgemaakt ook een boosterdosis hebben gekregen. Eerdere infecties die recenter hebben plaatsgevonden (na midden 2021) bieden een betere bescherming tegen een nieuwe COVID-19-infectie dan infecties die langer geleden hebben plaatsgevonden (vóór midden 2021).

Bron:
Braeye T, van Loenhout J, Brondeel R et al. COVID-19 Vaccine effectiveness against symptomatic infection and hospitalization in Belgium, July 2021-April 2022. medRxiv 2022.05.09.22274623;
doi: https://doi.org/10.1101/2022.05.09.22274623