FR | NL
Home | Over Vax Info | Links | Contacteer ons

Hibprint

Hib vaccin : Economische evaluatie

gepubliceerd op zaterdag 14 januari 1995

Vaccinatie tegen Hib zal in de meeste Westerse landen, de USA uitgezonderd, aanleiding geven tot extra kosten voor het vermijden van sterfte en morbiditeit.
Deze kosten lopen op tot 8 miljoen per gewonnen levensjaar. Alleen wanneer de vaccinprijs met 40 % verlaagd wordt, daalt de kost per gewonnen levensjaar beneden 1 miljoen.

Dat is de conclusie van een onderzoek van D. De Graeve van het Centrum voor Sociaal en Economisch Onderzoek van de UFSIA te Antwerpen waarvan de resultaten begin vorig jaar werden gepubliceerd in «Huisarts Nu», het tijdschrift van de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen*.
De studie volgde een cohort van 100.000 kinderen, en de berekeningen werden gemaakt voor de Belgische situatie. Kinderen zonder vaccinatie werden vergeleken met kinderen die vier verschillende vaccinatiestrategieën ondergingen. Omdat uiteindelijk enkel vaccinatie vóór de leeftijd van 12 maanden zinvol is, houden we in dit artikel slechts rekening met vaccinatie in de vroege zuigelingleeftijd (zie tabel 1).

Tabel 2 vermeldt het aantal Hib-gevallen dat elk jaar voor het gevolgde geboortecohort kan verwacht worden. Het aantal vermeden gevallen werd berekend op basis van een effectiviteit van 90 %.
Hieruit blijkt dat vaccinatie leidt tot 184 vermeden Hib- gevallen.

De kosten van de vaccinatie (op basis van een kostprijs per vaccin van 970 Fr) bedragen 383 miljoen.

De baten van de vaccinatie worden samengevat in tabel 3.

Het gaat hier om de kosten van hospitalisatie wegens complicaties bij Hib-besmetting (zoals meningitis, septicemie, epiglottitis en andere ernstige invasieve aandoeningen) en de kosten van levenslange restverschijnselen (bijzonder onderwijs, opvang van gehandicapte kinderen, enz.). Tenslotte werd ook de vermeden mortaliteit berekend, uitgaand van een mortaliteit van 2 % in geval van meningitis en van een gemiddelde levensverwachting van 79,1 jaar voor vrouwen en 72,4 jaar voor mannen.

Kosten-effectiviteitsanalyse

Eerst worden de netto-kosten berekend. Dit zijn de kosten na aftrek van de vermeden uitgaven voor Hib-zieken. De kost per gewonnen levensjaar bedraagt 8 miljoen.
Aangestipt dient wel te worden dat hierbij wél de kostprijs van de levenslange handicaps die een gevolg zijn van Hib is verrekend, maar niet het leed en het gemis aan levenskwaliteit dat deze met zich meebrengen.

Besluit

De kostprijs van de Hib-vaccinatie berekend per gewonnen levensjaar, ligt ongetwijfeld hoog in vergelijking met sommige andere preventieve strategieën. Alleen wanneer de vaccinprijs met 40 % verlaagd wordt, daalt de kost per gewonnen levensjaar beneden 1 miljoen. Ter vergelijking : de kost per gewonnen levensjaar voor een minimalistische screening naar cervixkanker bedraagt 478.000 fr, voor borstkanker slechts 153.000 fr. De Graeve stipt hierbij aan dat bij screening op kanker de risicogroepen duidelijker zijn, terwijl het bij Hib vrijwel onmogelijk is om specifieke risicogroepen aan te duiden.
Maar het geeft wel aan dat er in de komende jaren, wanneer nog andere vaccins tegen o.m. meningococcen en pneumococcen op de markt zullen komen, onvermijdelijk een debat zal moeten gevoerd worden om prioriteiten vast te leggen over wie wel en wie niet in aanmerking komt voor vaccinatie en wie dat zal betalen.

Dr. P. Trefois

*De studie werd uitgevoerd in samenwerking met de hoofdredacteur van Huisarts Nu en met de Centra voor Huisartsgeneeskunde van RUG en UIA.

Bron :
M. Lemiengre, E. Cooreman, D. De Graeve et al. Haemophilus type b-vaccin, Economische evaluatie, Huisarts Nu, maart 94 : 93-104

Commentaar Prof. Dr. Clara

De hier besproken studie biedt een juiste en grondige analyse van de kosten-baten van de Hib-vaccinatie. Verschillende andere economische studies komen evenwel tot een resultaat dat veel gunstiger uitvalt voor de vaccinatie.
Een Zweedse studie hanteert dezelfde uitgangspunten als degene die De Graeve gebruikt in de sensitiviteitsanalyse en die beter overeenkomen met de reële klinische situatie : hogere incidentie van invasieve Hib-infectie, van de mortaliteit met 2 % van alle gevallen en een hogere incidentie van sequellen (26 % in de Zweedse studie).
Zowel de Belgische als de Zweedse studie brengen niet de kosten in rekening voor de profylaxe van de gezinsleden van een kind met invasieve Hib-infectie bij middel van rifampicine, noch de preventieve behandeling van het jonge kind met een mogelijke occulte acute bacteriëmie met ceftriaxone IM toegediend.
De indirecte kosten voor het werkverzuim van de ouders worden niet ingecalculeerd in het Belgische onderzoek (3 % van de totale kosten volgens het Zweedse onderzoek).
De ervaringen in Finland en Los Angeles maken het waarschijnlijk dat als gevolg van het tegengaan van nasofaryngeale kolonisatie met H-influenza ook niet-gevaccineerde kinderen beschermd worden, waardoor (bijna) 100 % van de gevallen van invasieve Hib-infecties worden voorkomen (waardoor dus 220 gevallen kunnen vermeden worden in plaats van de 184 uit de hier besproken studie).
Het is te verwachten dat de prijs voor het PRP-T-vaccin zal dalen (Zweedse studie 535 fr). Volgens de sensitiviteits-analyse van De Graeve heeft een daling met 40 % van de prijs van het vaccin een daling van de kosten met 70 % per gered levensjaar tot gevolg.
Tenslotte is er een reële kans dat in de toekomst, zoals in Finland, een schema met 3 injecties PRP-T zal volstaan (3, 6 en 14 à 18 maanden).
Voert men al deze correcties in, dan wordt de economische evaluatie veel voordeliger.
Bij een onderzoek in vijf Westerse landen (Finland, Zwitserland, Israël, Australië en Groot-Britannië) met een iets hogere incidentie van invasieve Hib-aandoeningen, met 5% ernstig en 9% matig ernstige sequellen en een totale sterfte van 2%, varieert de « break even » - kost voor een vaccinatieprogramma (maximale toegelaten kosten voor de volledige vaccinatie) waarbij 90% van de infecties worden voorkomen van 37 $ (1250 fr) tot 84 $ (2730 fr). Ter vergelijking : in de USA komt men op 300 $ (9750 fr).
In deze studie werd geen rekening gehouden met de indirecte kosten, het economisch verlies van levensjaren, de hogere bescherming door haardimmuniteit, noch de profylaxe met Rifampicine en Ceftriaxone. Indien deze kosten ook in rekening worden gebracht, dan wordt de vaccinatie in de vijf Westerse landen wel kosteneffectief.
Maar hoeft dit ook ? Men kan zich moelijk een betere investering indenken dan deze die de belangrijkste bacteriële infectie van kinderen onder de 5 jaar voorkomt.
Op de uitgaven voor curatieve geneeskunde wordt nooit beknibbeld. Martens et al. vergelijken de kosten-baten van Hib-vaccinatie met de kosten per gewonnen levensjaar van harttransplantaties (962.000 fr) en bij nierfunctie-vervangingsprogramma’s (1.036.000 fr). Niemand zou er aan durven denken om harttransplantaties, de nog veel duurdere levertransplantaties (o.a. bij fulminante hepatitis die perfect te voorkomen is door vaccinatie tegen hepatitis A en B) of nierdialyse te ontzeggen aan zieke patiënten, ondanks de soms twijfelachtige kwaliteit van de gewonnen levensjaren.
Zoals beschreven in de studie van De Graeve zijn er ook ethische bezwaren tegen de hoge kostprijs van het Hib-vaccin. Zonder terugbetaling vormt deze kostprijs een drempel voor de sociaal-economisch zwakkere bevolkingsgroepen. Men krijgt een Mattheüseffect waarbij bescherming wordt ontzegd aan de zwakste bevolkingsgroepen.

Bronnen :
Martens L. et al. De kosten en baten van vaccinatie tegen Hib, Ned. Tijdschr Geneesknd, 1991, 135 : 16-20
Peltola H et al. Rapid Disappearance of Hib type b meningitis after routine childhood immunisation with conjugate vaccines, Lancet 1992; 340 : 592-594.
Clements DA et al. Comparison of the epidemiology and cost of Haemophilus influenzae type b disease in five western countries, Pediatr Infect Dis J, 1993; 12 : 362-367
Trollfors B, Cost-benefit analysis of general vaccination against Haemophilus influenzae type b in Sweden, Scand J Infect Dis 1994; 26 : 611-614.


Abonneer u op de nieuwsbrief