Om de vaccinatiestatus te controleren, maakt u het best gebruik van documenten die de vaccinatie kunnen staven: vaccinatiekaart, medisch attest van een arts, medisch dossier, enz.
In geval van twijfel is het beter om ervan uit te gaan dat de persoon niet gevaccineerd is. Belangrijk om weten is dat de kwaliteit van een vaccinatie vooral bepaald wordt door de termijn die verlopen is tussen twee opeenvolgende dosissen.
Onderstaande tabel geeft het aanbevolen vaccinatieschema voor volwassenen tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, hepatitis A en B, en MMR.
Aanbevolen vaccinatieschema voor volwassenen tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, hepatitis A en B, en MMR
Vaccin |
Minimum interval tussen 2 dosissen |
Minimum interval tussen 2 dosissen |
|
Dosis 1 en 2 |
Dosis 2 en 3 |
Td |
4 weken |
6 à 12 maanden. Om de 10 jaar rappel (1) |
IPV |
8 weken |
6 à 12 maanden. Rappel op volwassen leeftijd, nadien levenslang beschermd |
dTpa |
Eén dosis, ongeacht de voorgeschiedenis van een (volledige (2) of onvolledige) kinkhoestvaccinatie, voor personen die geen herhalingsinenting hebben gekregen op de leeftijd van 14-16 jaar. Een interval van 1 maand tussen een vroegere dT en een dTpa inenting wordt als veilig minimum interval beschouwd. |
|
Hepatitis A (3) |
6 à 12 maanden. Levenslange bescherming |
|
Hepatitis B (3) |
4 weken |
8 weken en minstens 16 weken sinds de eerste dosis. Meestal levenslange bescherming (4) |
Hepatitis A en B (3) |
4 weken |
6 à 12 maanden. Meestal levenslange bescherming (4) |
MMR |
4 weken (5). Geen rappel. |
|
(1) Vergeet niet de eventuele rappels die nodig zijn in geval van een verwonding (zie fiche Tetanus van de Hoge Gezondheidsraad 8546).
(2) Volledige vaccinatie: minstens drie dosissen van het whole cell of acellulaire kinkhoestvaccin, waarvan één dosis na de leeftijd van één jaar, met een minimum interval van 6 maanden sinds de vorige dosis. Een dosis dTpa kan een dosis dT vervangen.
3) Indien het vaccinatieschema onvolledig is, zelfs indien het interval tussen twee dosissen 5 of 6 jaar bedraagt, dan moet men het hele schema niet herbeginnen, maar gewoon vervolledigen.
(4) Indien een serologische bepaling 4 à 6 weken na de laatste dosis van het hepatitis B vaccin, een antilichamentiter van meer dan 10mIU/ml geeft, kan men op basis vande huidige wetenschappelijke kennis besluiten dat de persoon levenslang beschermd is tegen de symptomatische vorm van de infectie en tegen chronisch dragerschap. Het cellulair gemedieerd immunologisch geheugen blijft levenslang bewaard, zelfs wanneer geen antilichamen kunnen opgespoord worden. Het heeft dus geen zin om bij alle gevaccineerde personen antistoffen op te sporen. Een dergelijke controle wordt soms wel uitgevoerd bij hoog risicopersonen inhet kader van de arbeidsgeneeskunde. Een rappel vaccinatie wordt terugbetaald door het Fonds voor de Beroepsziekten indien de aanvrager kan bewijzen dat zijn antistoffentiter, lager is dan 10 mIU/ml na een volledige vaccinatie.
(5) Een volledige vaccinatie omvat twee dosissen van het MBR-vaccin. Indien men slechts één dosis heeft ontvangen, dan volstaat een tweede dosis. Indien de persoon niet werd gevaccineerd of wanneer de vaccinatiegegevens ontbreken, moeten twee dosissen worden toegediend met een minimum interval van 4 weken.
Dr Patrick Trefois, Prof Pierre Van Damme
Referenties
- Fiches van de Hoge Gezondheidsraad. www.health.fgov.be
- Gezondheidsadviezen voor reizigers,. Ed. Medasso, Instituut voor Tropische Geneeskunde, www.itg.be
- Fonds voor Beroepsziekten, ‘Vaccinatie tegen hepatitis: criteriaen procedure voor terugbetaling’ april 2001 (www.afa.fgov.be).